Mason Buttle is een grote, zweterige, niet zo populaire jongen. Dat wordt er niet beter op als de plaatselijke inspecteur erachter komt dat hij als laatste gezien is samen met zijn overleden vriend Benny Kilmartin. Samen hadden ze een boomhut in de achtertuin van de verwaarloosde appelboerderij waar Mason woont. Maar op een dag ging het gigantisch fout. Mason vond Benny dood onderaan de boomhut en er is een sport van de ladder doorgebroken. Dat is intussen vijftien maanden geleden en sindsdien komt de inspecteur vaak langs om het verhaal van Mason te horen. Of eigenlijk te lezen, want het is de bedoeling dat Mason zijn verhaal opschrijft in het schrift wat hij van de inspecteur heeft gekregen. Maar hij heeft dyslexie, dus dat is niet makkelijk. Gelukkig vindt juf Blinny daar een oplossing voor; een computerprogramma dat alles opschrijft wat Mason zegt. Elke dag gaat hij even naar de Stooz, een plek voor leerlingen die het lastig hebben, om daar zijn verhaal te laten schrijven. In de Stooz ontmoet hij Calvin Chumsky, een klein, slim jongetje.
Ze worden vrienden. Goede vrienden. Maar dan lijkt het opnieuw fout te gaan..
De waarheid volgens Mason Buttle is een boek met veel onderwerpen. Het gaat over pesten, maar ook over vriendschap en omgaan met ongelukken. De hoofdpersoon is vrij lomp, maar heel aardig, waardoor je bijna medelijden met hem krijgt. In het begin is het nog niet zo duidelijk wat er precies gebeurd is, waardoor je nieuwsgierigheid gewekt wordt. Ik zou het boek aanraden en geef het een 8.